Veel docenten klagen over het feit dat ze geen tijd hebben om leerlingen te laten spreken. Dit was ook mijn ervaring toen ik nog met een boekmethode werkte en veel tijd nodig had voor allerlei oefenstof uit het boek. Vanaf het moment dat ik het boek weg deed en het huiswerk anders organiseerde veranderde deze situatie.
In het begin dat ik docent was, bleef het huiswerk noodzakelijkerwijs beperkt tot schriftelijk werk: vragen over teksten, oefeningen met grammatica, woordjes leren, enz. Met de komst van audiovisuele media en later met de komst van het internet zijn de mogelijkheden voor andere soorten huiswerk verruimd.
Veel activiteiten in traditionele leergangen vinden echter plaats tijdens de les onder leiding van de docent. Er wordt veel tijd besteed aan talige ‘input’: een video bekijken, een audiofragment beluisteren, een tekst lezen, een grammaticaregel uitleggen, een (thematisch) woordveld introduceren, enzovoort. Daarna wordt deze input verwerkt met oefeningen zoals bijvoorbeeld begripsvragen, verwerkingsoefeningen, e.d. en tenslotte hoort er een transfer plaats te vinden naar ‘de werkelijkheid’ door het geleerde toe te laten passen in verschillende vaardigheden. Hier is meestal geen tijd voor.
Maar als we echt werk willen maken van de ontwikkeling van de spreekvaardigheid is veel tijd, een methodische aanpak en de aanwezigheid van andere leerlingen noodzakelijk. We zullen dit dus grotendeels tijdens de les moeten doen en we zullen er veel tijd aan moeten besteden. Die tijd is er vaak niet omdat zoveel andere programmaonderdelen, en niet te vergeten huiswerkcontrole en – correctie, veel tijd kosten.
Een oplossing is om het ‘flipping the classroom’-principe toe te passen op de organisatie van de les (en het huiswerk). In de bovenbouwmethodiek van Project Frans zijn alle ‘input-activiteiten’ verplaatst naar thuis: Video’s en teksten worden thuis bekeken of gelezen en het taalmateriaal uit de video’s en de teksten wordt verwerkt door daaraan gekoppelde oefeningen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van websites als www.fluentu.com of www.zeeguu.org die de docent veel informatie geven over de kwaliteit van het werk van de leerling. De maximale hoeveelheid tijd die besteed kan worden aan spreken in de les neemt enorm toe. Uiteraard speelt ook mee dat er weinig tijd besteed wordt aan expliciete grammatica-instructie.
Maar het toepassen van het ‘flipping the classroom’ principe is wel gebonden aan voorwaarden: Uit onderzoek blijkt dat ‘input’ of ‘exposure’ en het actief gebruik van de taal de twee fundamenten zijn onder effectief MVT-onderwijs. Het verplaatsen van de ‘input’ naar thuis heeft dus een zeker risico: De docent verliest de controle omdat er in de les geen tijd meer is voor ‘huiswerkmanagement’. Een absolute voorwaarde is dus dat dit huiswerkmanagement op een andere manier plaats vindt en dat er voldoende druk is om leerlingen aan te zetten tot het serieus werk maken van ‘input’-activiteiten. Om die reden hebben wij het huiswerk gepromoveerd tot ‘handelingsdeel’ waardoor het belang van ‘exposure’ benadrukt wordt en de docent een instrument in handen heeft om leerlingen te dwingen thuis goed werk te doen zonder dat dit veel tijd kost. Een bijkomend voordeel is dat de lessen minder saai worden omdat er vooral veel spreekactiviteiten plaatsvinden
Reactie plaatsen
Reacties